Die Schöne Müllerin
Vincent Kusters (bariton), Roger Braun (piano)
In 1823 werd Schubert erg geraakt door de cyclus Die Schöne Müllerin van Wilhelm Müller, die een paar jaar terug gepubliceerd was. Dat zelfde jaar nog zette hij twintig van de vijfentwintig gedichten op muziek. Het werd zijn eerste grote liedcyclus en een van zijn meest geliefde werken.
Het verhaal van de onbeantwoorde liefde van de molenaarsgezel voor de dochter van zijn meester is door en door romantisch. De afgewezen protagonist vindt uiteindelijk de dood in de beek die de molen aandrijft. Die beek is een belangrijk ‘personage’ in de cyclus en heeft uiteindelijk het laatste woord in het beklemmend mooie wiegelied.